Historie van de kerk

Geschiedenis

Den Andel is een langgerekt dorp dat is ontstaan in de 13e eeuw op twee bij elkaar liggende dijken. We zien in de kerk de overgang van het romaans naar de romano-gotiek. Deze overgang vond plaats in het begin van de 13e eeuw. Sinds die tijd is het nodige aan de kerk veranderd. Bij de rechthoekige kerk hoort een gedrongen, ongelede toren met afgeknot tentdak uit dezelfde periode. Daarop staat een kleine dakruiter, nieuw geplaatst in 1989, met een luidklok uit 1653 van de hand van Jurriën Balthasar uit Leeuwarden.

De westgevel wordt gemarkeerd door een classicistisch poortje uit 1710 met een omlijst boogveld. In de noord- en zuidwand zijn de ramen vergroot. Er zijn nog resten van een ingang en een dichtgemetselde hagioscoop te herkennen. Als we naar binnen gaan zien we fraaie romano-gotische meloenvormige koepelgewelven, evenwel zonder ribben. De gewelven rusten op spitse gordel- of transversaalbogen en muraal- of schildbogen. De inwendige wandpijlers die de gewelven steunen zijn schuin weggekapt om ruimte te maken voor de kerkbanken. Waarschijnlijk gebeurde dit in de 17e eeuw. Geen voor de hand liggende ingreep en niet zonder bouwkundige consequenties: om de spatkrachten van het gewelf op te vangen was het noodzakelijk om zware houten trekbalken te plaatsen. De gewelven worden gesierd door schilderingen uit de 13e eeuw van riddergevechten en geschilderd siermetselwerk.

Het meubilair bestaat uit een preekstoel uit 1792, vrij kale kerkbanken, een offerblok en een tinnen collecteschaal met een opening die te klein is om er geld uit te jatten. En er is nog een oude koperen kroon die hangt aan een gedraaide paal. Het ophangbord voor de collectezakken laat twee gevleugelde meerminnen zien.